Ga naar de inhoud

De standaard is bestemd voor SEH-verpleegkundigen, triagisten op huisartsenposten en centralisten op de meldkamers van de ambulancezorg.

Triage op basis van NTS is erop gericht om in een tijdsbestek van enkele minuten op basis van beperkte gegevens een beslissing te nemen over hoe snel de patiënt gezien dient te worden en door welk type zorgverlener. NTS is een richtlijn die de professional hierin ondersteunt. Daarnaast is het verbeteren van de samenwerking in de acutezorgketen een belangrijk doel van NTS. Hiervoor zijn eenheid van taal, begrippen en definities van belang. Het gaat hierbij om urgentie, triagecriteria, vervolgacties en (geprotocolleerde) adviezen.

Hoe werkt triage in NTS?

Triage op basis van NTS is erop gericht om in een tijdsbestek van enkele minuten op basis van beperkte gegevens een beslissing te nemen over hoe snel de patiënt gezien dient te worden door een zorgverlener. NTS is een richtlijn die de professional hierin ondersteunt.

Vijf stappen

Afhankelijk van het toestandsbeeld van de patiënt worden de volgende vijf stappen doorlopen:

  1. ABCD-veilig: is er levensgevaar?
  2. Keuze ingangsklacht: wat is er aan de hand?
  3. Urgentie: op basis van de triagecriteria en het triagetype (fysieke of telefonische triage). De triageprofessional kan de urgentie aanpassen op basis van de context, alarmsignalen en risicogroepen.
  4. Vervolgactie: op basis van de urgentie en het triagetype. De triageprofessional kan de vervolgactie aanpassen op basis van de context, alarmsignalen en risicogroepen.
  5. Adviezen: op basis van de urgentie en de triagecriteria. De triageprofessional stemt de adviezen af op de patiënt.

Zes urgenties

De zes mogelijke urgenties beschrijven hoe snel het toestandsbeeld beoordeeld moet worden.

Daarnaast geeft NTS advies over de vervolgacties, zoals ambulance, spoedeisende hulp, huisartsenpost of zelfzorg. De uitkomst van triage wordt niet alleen bepaald door de NTS. Ook de context van de patiënt, de competenties van de triagist en aspecten van de organisatie (zoals de aanwezigheid van een regiearts) beïnvloeden het resultaat van de triage.